Onderwerpen > Arbeidsdeskundig > Voorschot op WIA-uitkering = beschermd eigendomsrecht?

Voorschot op WIA-uitkering = beschermd eigendomsrecht?

26 januari 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

De voorschotten op WIA-uitkeringen staan de laatste tijd regelmatig in de spotlights. Met name staat ter discussie of het UWV de betaalde voorschotten op eigenrisicodragers mag verhalen. Naast het voorschot bij einde wachttijd, verstrekt het UWV de WIA-uitkering ook als een voorschot als de verzekerde inkomsten uit arbeid geniet naast een WGA-uitkering.

Hoe zit dat precies het met de rechten van WIA-gerechtigden ten aanzien van een door het UWV verstrekt voorschot?

De Centrale Raad van Beroep heeft hierover eind vorig jaar een uitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2022:2565). Het ging in deze zaak om een WIA-gerechtigde die een WGA-uitkering ontvangt van het UWV (80-100%, niet duurzaam). De WGA-uitkering wordt aangevuld met een toeslag op grond van de Toeslagenwet.

Tijdens de loonaanvullingsuitkering is verzekerde gaan werken en heeft zij aan het UWV doorgegeven dat haar inkomsten naast haar WGA-uitkering variabel zijn. Om die reden heeft het UWV de verzekerde medegedeeld dat haar WGA-uitkering voorlopig als voorschot wordt uitbetaald (en ook haar toeslag). Daarbij heeft het UWV medegedeeld dat als later blijkt dat het voorschot te hoog was, verzekerde dit moet terugbetalen. Later blijkt verzekerde inderdaad een te hoog voorschot heeft ontvangen en vordert het UWV een deel van de te veel betaalde WGA-uitkering terug.

In het hoger beroep bij Raad stelt verzekerde zich op het standpunt dat het UWV het voorschot niet mag terugvorderen en beroept zich daarbij onder andere erop dat de betaalde voorschotten een beschermd eigendomsrecht zijn in de zin van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.

De Raad is van mening dat een voorschot op een uitkering onder het beschermde eigendomsrecht kan vallen, maar dat het eigendomsrecht ook kan worden herroepen. Daarbij is van belang dat in iedere zaak de specifieke omstandigheden van het geval moeten worden afgewogen of er sprake is van een beschermd eigendomsrecht. In dat kader is van belang of er sprake is van een legitieme verwachting om eigendom te verkrijgen. Dat doet de Raad dan ook:

“(…)

Niet in geschil is dat appellante te goeder trouw was en aan haar inlichtingenplicht heeft voldaan. Zij was er echter van op de hoogte dat de toeslag als voorschot werd toegekend op basis van geschatte inkomsten. Ook is haar meegedeeld dat later nog een definitieve berekening van haar recht op toeslag zou plaatsvinden, waarbij zo nodig verrekening zou plaatsvinden. Bij de berekening van het voorschot heeft het Uwv rekening gehouden met een schatting van de inkomsten van appellante van € 6.000,- per jaar. Dit heeft het Uwv aan appellante medegedeeld. Appellante heeft in 2017 € 9.067,87,- en in 2018 € 7.494,42,- verdiend. Zij had kunnen weten dat zij veel meer verdiende dan waarmee het Uwv rekening had gehouden. Zij had ook kunnen weten dat zij hierdoor teveel toeslag ontving, aangezien de toeslag – met een zekere vrijlating – een aanvulling op de uitkering geeft tot het sociaal minimum. De Raad ziet niet in dat door het tijdsverloop appellante redelijkerwijs geen enkele rekening meer hoefde te houden met een correctie van het haar toegekende voorschot.

(…)”

In deze zaak heeft het UWV volgens de Raad duidelijk gecommuniceerd dat sprake was van een voorschot en dat de verzekerde er daarom niet legitiem op had mogen vertrouwen dat het voorschot niet zou worden teruggevorderd. Dit kan in een concreet geval wel anders uitpakken. Voor verzekerden goed te weten dat een voorschot onder het beschermd eigendomsrecht kan vallen en dat terugvordering daarom soms niet aan de orde is.

Voor de schadelastdragende werkgever in alle gevallen belangrijk om in de gaten te houden of het UWV wel het juiste bedrag aan WGA-uitkering doorbelast van een (ex-)werknemer met inkomsten.

Nogmaals: in bovengenoemde zaak gaat het niet om een voorschot op de WIA-uitkering bij einde wachttijd vanwege de stapels achterstanden bij de WIA-beoordelingen die het UWV moet doen. Ten aanzien van die voorschotten heeft de rechtbank Midden-Nederland geoordeeld (ECLI:NL:RBMNE:20:22:4604) dat deze voorschotten niet aan de eigenrisicodragende werkgevers mogen worden doorbelast zonder dat een claimbeoordeling (verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek) heeft plaatsgevonden. Minister van Gennip heeft in haar brief van 6 december 2022 overigens aangegeven het door het UWV ingestelde hoger beroep tegen deze uitspraak af te wachten… 

N.B. De verstrekte voorschotten aan verzekerden bij einde wachttijd worden niet teruggevorderd van verzekerden (in ieder geval tot en met december 2023, aldus de brief van minister van Gennip van 26 augustus 2022).

Gerelateerde artikelen